Eye Meets Marmoucha. Nieuwe muziek bij de Georgische stille film Eliso.

Scene uit “Eliso”

 

EYE MEETS MARMOUCHA. NIEUWE MUZIEK BIJ DE GEORGISCHE STILLE FILM ELISO

Tekst: Neil van der Linden

Wie kent de Circassiërs nog? Ofwel de Tsjerkassiërs, een Kaukasisch volk waarop de Russische machthebbers het vele malen hadden voorzien. Misschien was Rusland bang voor ze vanwege hun militaire suprematie in onherbergzame gebieden, in combinatie met een sterk gevoel voor onafhankelijkheid. En ze waren Moslim.

De unieke Soviet-film Eliso uit 1928 van de Georgische regisseur Nikoloz Shengelaia gaat over de grootscheepse ‘vrijwillige’ deportaties die het tsaren-regime halverwege de negentiend eeuw uitvoerde om de Circassiërs naar Turkije te sturen. Ze moesten plaats maken voor kozakken, die loyaler waren aan de tsaren.

Op 17 mei 1864 geeft grootvorst Vladimir Nikolaevic, bevelhebber van tsaristische troepen in de Kaukasus, Loris Melikov, commandant in Tsjetsjenië, toestemming om de Circassische boerenbevolking uit hun bergdorpen te verdrijven. In die tijd wordt de Christelijk-Georgische herder Vajia verliefd op een Tsjetsjeens meisje, Eliso, uit een Circassisch bergdorp op de grens met Georgië. Maar hun liefde lijkt te mislukken.

Het is een ‘stomme’ film, zonder geluid dus. Eye organiseerde in het kader van een serie minifestivals genaamd Eye meets Marmoucha een vertoning waarbij het Marmoucha Orchestra muziek bij de film speelde.

Opmerkelijk is hoe on-Hollywoods de film is. Er is de nodige heroïek: het lukt Vajia om de opperbevelhebber van de kozakken te dwingen een brief te laten te tekenen waarin het besluit wordt herroepen, maar hij raakt daarbij gewond en komt te laat terug bij het dorp. Eliso was intussen ’s nachts terug geslopen naar het dorp en stak het in brand, vlak voordat de kozakken de woningen willen betrokken. Dus de kans op terugkeer was sowieso verkeken.

Ook hoe het met de geliefden afloopt is on-Hollywoods. Vajia wil met Eliso en haar volk mee, maar de dorpsoudsten willen geen vreemdelingen in hun gelederen. En Eliso besluit om niet hem te volgen, maar bij haar eigen mensen te blijven. Het is trouwens opmerkelijk hoe vanzelfsprekend het is in de film dat Eliso haar eigen weg gaat.

Opmerkelijk is ook het jaartal van de film: 1928. Stalin kwam in 1924 aan de macht. Een anti-tsaren- en -kozakken-film paste natuurlijk in de lijn van het regime. Maar is de film niet ook verhulde kritiek op Stalin, die met andere volkeren in de Soviet-Unie, waaronder de Tartaren, hetzelfde deed? Dat de kozakken in de film allemaal grote Stalin-snorren hebben zegt misschien het nodige. Ook de dubbele on-happy end strookt niet te stroken met het optimisme dat toen van de reine Soviet-kunst wordt verlangd.

Sergej Eisenstein zou later zeggen dat er maar twee goede verfilmingen waren van Kaukasisch dansen en Shengeleia’s registratie van Kaukasisch dansen in Eliso beter was dan die in zijn eigen film uit hetzelfde jaar in Ten Days that Shook the World. En het is inderdaad een ook technisch fabelachtige scene, net als de vele indrukwekkende beelden van de bergen en rivieren, die meer zijn dan idyllische plaatjes; eigenlijk lijken ze te vragen: Russen (waaronder Stalin?) wat doe je hier?

In de literatuur over de film worden de Circassiërs/Tsjerkassiërs overigens nog wel eens door elkaar gehaald met de Tsjetsjenen, die nog steeds grotendeels in de Kaukasus wonen. Daar heeft Poetin veel recenter huisgehouden, onder meer door hun hoofdstad Grozny plat te bombarderen, waarna hij daar de gruwelijke paladijn Kadyrov heeft neergezet. Die ook de naamsbekendheid geniet vanwege zijn “lieve” zoon die in het bijzijn van zijn vader voor de televisiecamera’s een gearresteerde anti-oorlogsdemonstrant in elkaar schopte.

Maar dat zijn dus niet de Circassiërs. Het grootste deel van de Circassiërs is sinds lang verdreven en woont nu verspreid zeer zichtbaar in Jordanië en Syrië, maar ook in Israël, Egypte en Irak t/m overal in Europa en de VS.

Achtereenvolgens rekruteerden de Ottomanen en de Britten er militaire elitekorpsen uit. Het moderne Amman begon als een Circassische Ottomaanse en later Britse garnizoensstad, en werd gebombardeerd tot hoofdstad van Jordanië toen de Britten als compensatie voor het eerst aan de Hashemitische koningshuis beloofde pan-Arabische rijk twee koninkrijken moesten stichten, Jordanië en Irak, voor de twee belangrijkste Hashemitische prinsen. In Jordanië zijn bestaat de lijfwacht van de koning nog steeds uit Circassiërs.

Het Marmoucha Orchestra bestond voor de gelegenheid uit Maripepa Contreras op hobo, Arin Keshishi op basgitaar, Mohamed Ahaddaf op ud (Oriëntaalse luit), slagwerk Udo Demandt, Adrian Moncada piano, María Cristina González op fluit en Antonio Moreno Glazkov op trompet.

Het ensemble is gespecialiseerd in muziek van de Zuid- en Oost-kant van de Mediterranee, maar maakt uitstapjes die als oriental jazz valt te betitelen.

De filmscore is door Maripepa Contreras gearrangeerd en precies met de beelden gesynchroniseerd, op basis van bestaande en van nieuwe stukken van Mohamed Ahaddaf, Arin Keshishi en Maripepa Contreras zelf.

Het viel op hoe strak het samenspel tussen verschillende combinaties van instrumenten was in de andere stukken, en ook hoe het allemaal aansloot bij de film. Dat leverde ook geestige momenten op bij een scene in de film waarin de koeien van de dorpelingen te zien zijn en in de scenes waarin we de dorpelingen zien dansen.

Er waren, allemaal precies binnen de timing van de film, ook geïmproviseerde passages, onder meer erg fraaie door ud-speler Mohammed Ahaddaf, die steeds meer een eigen meditatieve stijl ontwikkelt, en voor de altviool van Oene van Geel, waarin hij op zeker moment ‘scat’ ofwel (opzettelijk) neuzelig meezong, tot hilariteit van de zaal.

The Night of counting the years staat op YouTube:

Dit was de eerste van de reeks Eye Meets Marmoucha-minifestivals. Gezien 3 en 4 februari Eye Filmmuseum.

Een volgende film uit het Eye archief begeleid door nieuwe muziek is op 8 juni met de film Kif Tebbi, ook uit1928, een in feite pro-Mussolini-film van Mario Camerini, waarin een Arabisch meisje in Libyë het opneemt tegen de Ottomanen, een soort Laura of Arabia dus. Met een inleiding van curator Elif Rongen-Kaynakçi.

Foto’s: © Archief Eye en Neil van der Linden

Bekijk het originele artikel: https://basiaconfuoco.com/2024/06/08/eye-meets-marmoucha-nieuwe-muziek-bij-de-georgische-stomme-film-eliso/