Keshishi’s rijke muziek is hoorbaar geïnspireerd door de meest uiteenlopende genres en stijlen.
De zon schijnt, de sfeer is voorzichtig zomers en het is alweer flink druk voor de entree van Ahoy op zondagmiddag: de derde festivaldag kan beginnen. Ook vandaag is het devies: keuzes maken, ruim op tijd naar de podia en muzikanten de tijd geven. Zo haal je gewoonweg het meeste uit het festival. Goed eten en drinken is op North Sea Jazz doorgaans een zekerheid dus niets staat een inspirerende en in alle opzichten lekkere zondag in de weg.
In de Murray zijn het toetsenist, beatmaker Glimplip en gitarist Yasper die ontspannen de dag starten. De Rotterdam/Amsterdam-combinatie wordt vanmiddag aangevuld met fluit, saxofoon, bas, piano/keyboard en drums. Warme, gelaagde grooves in een prettig loom tempo vullen de zaal. Als invloeden worden Jordan Rakei, Robert Glasper en Flying Lotus nogal eens genoemd maar de muziek zou je ook net zo goed onder een coole seventies flick kunnen zetten.
De band zit er lekker in. Glimlip en Yasper kunnen putten uit hun goed ontvangen en rijkgevulde plaat Undertones. Een track als Houseboat Party glijdt aangenaam binnen. Met mooi samenspel van de blazers, shots elektronica van Glimlip en trompet-, bas- en pianosolo’s krijgt de laid back muziek welkome injecties. Halverwege wordt Rapper Winne het podium op gehaald en krijgt de zaal nieuwe energie. Zijn Lotgenoot, uit 2009 alweer, is een mooie bonus.
Buiten, onder de zon, in een prettige bries, wordt er vanuit de Tigris booth lekkere reggae het terrein op geblazen. Binnen in de Darling treedt de Spaanse basvirtuoos Vincen García aan met zijn band. García is blij en dankbaar dat hij nu ook buiten Spanje speelt en gaat op aanstekelijke wijze los. De snelle funky jazzrock, met natuurlijk een hoofdrol voor García, die veel noten speelt, is direct een krachtig statement.
De innemende frontman voorkomt dat het optreden te veel een show case van zijn kunnen wordt door geregeld ruimte te geven aan zijn gitarist en blazers. De gitaar heeft een mooi breed en diep bereik en dat komt de muziek zeker ten goede. Zo wisselt de band García’s noest pompende passages af met zwoele passages die meer ruimte laten. Natuurlijk laat de Spanjaard niet na een aantal keren bruut te slappen. Als hij weer eens indrukwekkend staat te soleren en steeds sneller gaat, hangt er een climax in de lucht: de band valt strak in, de muziek krijgt een spetterende injectie en de zaal veert op.
Buiten op het Mississippi podium staat de Iraanse bassist en componist Arin Keshishi. Hij is verguld weer met het Marmoucha Orchestra te kunnen spelen. Samen met de acht leden van die groep brengt hij een set die uiteenloopt van opzwepend, door levendige piano en krachtige bas aangedreven, tot melancholiek en desolaat, middels het stuk April 24, dat terugvoert naar de zwartste bladzijden in de Armeense geschiedenis. De zang van Delaram Kafashzadeh en de desolate trompetklanken maken indruk. Keshishi’s rijke muziek is hoorbaar geïnspireerd door de meest uiteenlopende genres en stijlen. Van jazz en klassiek tot flamenco en pop. Hij slaat bruggen tussen Oost en West en kan vandaag natuurlijk vooral putten uit zijn vorig jaar verschenen plaat Self-Reflection.
Helaas is het concert van Terence Blanchard E-Collective & Atom String Quartet in de Hudson geschrapt. De vervangende act, Christian McBride en Joshua Redman, is dan wel een heel prettig doekje voor het bloeden. De twee kennen elkaar al sinds het begin van de jaren negentig. De vriendschap straalt van het podium. Vandaag spelen McBride en Redman een unieke, geïmproviseerde vrije set van een uur, waarbij het tweetal enkele standards alsmede eigen werk aandoet. En flink wat amusante anekdotes vertelt. Het is sowieso een klein wonder dat dit concert plaats heeft: McBride zat kort hiervoor nog in Oslo (‘Excuse me for the travel clothes’) en Redman, die zaterdag nog zijn vocale coverplaat Where Are We naar het festival bracht, moet straks weer met het vliegtuig richting Turkije.
De virtuositeit van de heren is wederom imponerend. De schoonheid en verfijnde expressie in hun spel eveneens. McBride en Redman laten elkaar afwisselend schitteren en weten elkaar vervolgens telkens weer soepel te vinden. Samen muzikaal volwassen geworden in de jaren negentig en nog steeds energiek aan de top.
McBride speelde al mee op Redmans titelloze album uit 1993. Het lichtvoetige, luchtige On the Sunny Side of the Street voert terug naar dat album. Het is live een beetje een signature track of thema-song geworden van het duo. Uit datzelfde jaar stamt Redmans Soul Dance, dat hij vanavond, naar eigen zeggen, speelt met ‘The stick of pain’, oftewel de sopraansax. Shade of the Cedar Tree voert terug naar de vormende jaren negentig van McBride. Hij grijpt natuurlijk de gelegenheid aan om een zeldzaam machtige, rijke bas-solo te spelen. De jazzklassiekers van vandaag zijn onder meer Tricotism, bekend van onder meer Oscar Peterson en Birks Works van Dizzy Gillespie. Bebop van diezelfde Gillespie geeft de al zo rijke set een extra dosis adrenaline.
In de Nile laat Black Pumas met een lekker stevig geluid horen een grote zaal goed te kunnen bespelen. Een track als Rock and Roll mag dan ook niet ontbreken. De band, verrijkt met een prima, levendig koortje, schuwt ook rustige songs niet en houdt de zaal er goed bij. Een goede keuze voor de Nile. Toch zijn we nieuwsgieriger naar wat er in de Hudson gebeurt.
Jazzlegende Charles Lloyd heeft met zijn carrière, die al in de jaren zestig flink van de grond kwam, heel veel om op terug te blikken. Hij werkte in een ver verleden al samen met onder meer Howlin’ Wolf, Cannonball Adderley en de toen nog jeugdige Keith Jarrett en Jack DeJohnette. Avant-garde, spiritual jazz en vanaf de late jaren zestig ook concerten in rockzalen; Lloyd ademt muziekhistorie.
Lloyd werd recentelijk (eindelijk) door Downbeat opgenomen in de Hall of Fame. En sinds hij enkele jaren geleden onderdak vond bij Blue Note heeft hij in korte tijd een aantal sterke albums uitgebracht, waaronder Trios: Sacred Thread en het vorig jaar verschenen The Sky Will Be There Tomorrow.
Vooral het begin van het concert in de volle Hudson is indrukwekkend. De 86-jarige saxofonist en fluitist trekt je met zachte hand zijn kalmerende trip in, een trip die door Jason Moran vanachter de piano van een optimale basis en omlijsting wordt voorzien. Het sax-spel van Lloyd is spiritueel, meeslepend en treft in het hart. Met Larry Grenadier, bekend van onder meer zijn werk met Jakob Bro en Brad Mehldau, heeft Lloyd nog een uitstekende muzikant in de gelederen. Bovendien weet drummer Eric Harland de perfecte lichte toets te vinden. Met ingetogen spel, veel op de bekkens, laat hij Lloyds partijen mooi de ruimte.
De stukken waarop Lloyd dwarsfluit speelt zijn iets vrijer en dwarser. Als de frontman het moment even laat aan zijn medemuzikanten kijkt hij geamuseerd toe en waagt hij zich een paar keer aan een klein dansje. De sfeer wordt sowieso wat speelser als het kwartet wat bluesy swing-klanken toevoegt en Moran tijdens de drumsolo van Harland aan de wandel gaat. Toch is de muziek op haar mooist als Lloyd en zijn groep verlicht, dromerig en verheven spelen. Impressionistische, bijna romantische klanken van de altijd sterke Jason Moran en het beeld van een zittende, bewogen Lloyd; een piekmoment richting het einde van een bij momenten geestverruimend concert op deze laatste avond van North Sea Jazz.